Asbest algemeen
Asbest is een verzamelnaam voor diverse mineralen die in de natuur voorkomen. Ze zijn opgebouwd uit minuscule asbestvezels. Vanwege de goede eigenschappen – asbest is immers sterk, slijtvast, isolerend, brandwerend en goedkoop – werd het vroeger veel toegepast in woningen, bouwwerken en objecten. In Nederland is ruim 80% van de geïmporteerde asbest verwerkt tot producten als golfplaten en waterleidingbuizen. Heeft u te maken met hechtgebonden asbest, dan hoeft u niet direct actie te ondernemen. Niet-hechtgebonden asbest is daarentegen zeer gevaarlijk. Het wordt daarom ten zeerste aangeraden om dit zo snel mogelijk te laten verwijderen.
Asbest is een natuurproduct. Het is een samenvoeging van een aantal natuur gevormde mineralen, welke zijn opgebouwd uit microscopisch kleine, naaldachtige vezels. Er zijn twee groepen te onderscheiden, namelijk serpentijn en amfibool. Chrysotiel is verreweg de meest toegepaste vorm. Je hebt hechtgebonden en niet-hechtgebonden asbest. Bij hechtgebonden zijn de asbestvezels stevig in een draagmateriaal verankerd. Bij niet-hechtgebonden zijn de vezels slecht gebonden aan een bindmiddel.
Er zijn twee belangrijke soorten asbestvezels: spiraalvormige of serpentijnachtige vezels, waaronder witte asbest of chrysotiel, en rechte of amfiboolachtige vezels, waaronder blauwe asbest of crocidoliet, bruine asbest of amosiet, geel asbest of anthophylliet, grijs asbest of tremoliet en groen asbest of actinoliet. In Nederland werd asbest vooral na 1950 veelvuldig gebruikt in fabrieken, woningen en schepen. Het bewerken, verwerken of op voorraad houden van asbest is sinds 1 juli 1993 verboden. Als gebouwen voor 1 juli 1993 zijn gebouwd en gesloopt, verbouwd of onderhouden moeten worden, is er een risico op blootstelling aan asbest.
Asbestvezels hebben een zeer hoge sterkte, slijtvastheid en stijfheid. Ze zijn ook bestand tegen zuren en kunnen temperaturen van minimaal 400 graden tot meer dan 1000 graden Celsius verdragen. Vanwege deze eigenschappen en de lage kosten werd asbest veelvuldig gebruikt als brandwerend materiaal in de bouw en als rem- en frictiemateriaal.
Bij hechtgebonden asbest zijn de asbestvezels stevig in een draagmateriaal verankerd. Ze zijn zodanig gebonden aan het bindmiddel, dat ze niet los kunnen komen (onder normale omstandigheden). Omdat er vrijwel geen losse vezels zijn, is het risico op de gezondheid beperkt. Maar door verwering van de materialen kan de verwerkte asbest steeds minder hecht worden en dus gevaarlijker. Hechtgebonden asbest is voornamelijk chrysotiel en soms crocidoliet.
We spreken van niet-hechtgebonden asbest (ook wel losgebonden genoemd) als de vezels niet of slecht gebonden zijn aan een bindmiddel. Daardoor kunnen makkelijk vezels loskomen en dit neemt grote gezondheidsrisico’s met zich mee. Het gaat bij losgebonden asbest vaak om toepassingen die geperst, gesponnen of gespoten zijn. In de meeste gevallen zal het chrysotiel, crocidoliet of amosiet betreffen.
Asbest is verboden sinds 1993 in Nederland. Voor nieuwe producten wordt asbest dus niet meer gebruikt. Het komt wel regelmatig voor in oudere gebouwen, bedrijfspanden of producten. Het zit dan vooral onder vloerbedekkingen, schoorstenen en dakpannen.